Soms kom je wel eens een woord tegen waarvan je
niet weet wat het precies is.
Wellicht staat het in deze lijst:
Martingaalis bedoeld voor paarden, die de gewoonte hebben het hoofd omhoog te brengen,
waardoor het contact met het paard verloren gaat. Bij een juiste hoofdhouding
heeft de martingaal geen inwerking. Het paard houdt bij het juiste gebruik van
de martingaal de benodigde halsvrijheid, wanneer deze te kort is gegespt worden
echter de onderhalsspieren ontwikkeld.
De Gogoue zorgt ervoor
dat er veel ruggebruik wordt gevraagd, daar het paard met zijn hoofd voorwaarts
wordt gedwongen. Bij opwaartse beweging wordt druk achter de oren en in de
mondhoeken verkregen.Door het rondlopen van de teugel, blijft het paard een
constante aanleuning houden met het bit, hierdoor wordt het paard nageeflijk. De
paarden werken diep en ontspannen; hierdoor worden de rugspieren verder
ontwikkeld. Kan zowel tijdens het rijden als bij het longeren worden gebruikt.
Zeer geschikt voor het africhten van jonge paarden.
Bijzetteugels hebben tot doel naar een
lagere, horizontale of hogere oprichting te werken. Dit kan door de
bijzetteugels te bevestigen aan een zadel of tijdens het longeren aan een
longeersingel.
Cole's
Liniment
Spierverwarmende liniment. Te gebruiken als warming-up middel voor sportpaarden.
Tevens te gebruiken als ontspanningsmiddel voor rug- en beenspieren.
Het hoofdstel met het bit, het zadel, de teugels en met name de stijgbeugels
maken het paardrijden gemakkelijker. Bij elkaar worden deze delen het harnachement
genoemd.
Bandages worden
vooral gebruikt ter bescherming van de benen en ter ondersteuning van de pezen
tijdens het transport, en bij de dressuur, het wandelrijden en bepaalde
wedstrijden. De bandages moeten op de juiste manier aangebracht worden, anders
hebben ze geen effect en kunnen ze zelfs schadelijk zijn. Bandages die te strak
zitten, belemmeren de bloedsomloop. Maar bandages die te los zitten, zakken af
en kunnen tot ongevallen leiden.
Kreupelheden
Kreupelheden zijn onregelmatigheden in de normale voortbeweging van het paard.
Oftewel: storingen in het normale gebruik van één of meer ledematen.
Gewoonlijk kan het kreupele been alleen bij een bewegend paard worden
aangewezen. Soms kan het kreupele been al bij een stilstaand paard worden
vastgesteld omdat dit been minder of niet wordt belast: vooral bij het voorbeen
is dit mogelijk doordat het kreupele been naar voren wordt geplaatst, wat
"wijzen" of "pointeren" wordt genoemd. Voorzover het het
voorbeen betreft, is het eerste kenmerk het "vallen op het gezonde
been". Dat wil zeggen dat het kreupele been minder belast wordt en het
gezonde been meer, zodat het hoofd daalt bij het neerzetten van het gezonde been
en het hoofd meer of minder duidelijk opgeheven wordt bij het neerzetten van het
kreupele been. In de achterhand is het eerste kenmerk de ongelijke daling van de
beide kruishelften. Bij de normale voortbeweging van het paard gaat iedere
kruishelft op en neer. De kruishelft aan de zijde van het kreupele been wordt
laag gehouden.
Naar de oorzaak kunnen kreupelheden in 5 groepen ingedeeld worden:
1. Pijn (letsel of ontstekingsprocessen in beenderen, beenvlies, gewrichten,
pezen, spieren en huid)
2. Mechanische belemmering (door vergroeiing, peesverkorting)
3. Verlammingen
4. Bloedtoevoerstoornissen
5. Pijnlijke toestanden of mechanische belemmeringen buiten het gebied van de
ledematen.
Naar de aard kunnen onderscheiden worden:
• belastingskreupelheid
• bewegingskreupelheid
• gemengde kreupelheid
Koliek Koliek is een verzamelnaam voor allerlei vormen van ernstige
buikpijn. Paarden zijn hier erg gevoelig voor. Een paard is dan onrustig, gaat
liggen, kreunt, zweet en heeft een opgezwollen buik. Het dier kan dan ook niet
mesten. Koliek is een acute spijsverteringsstoornis. De drie vormen van koliek
die het meest voorkomen zijn:
1. Koliek als gevolg van ophoping van gas in de darmen. Het uitzetten van de
darmen leidt tot buikpijn. Deze vorm van koliek komt het meest voor.
2. Koliek als gevolg van verstopping. Deze verstopping is doorgaans het gevolg
van een harde hoeveelheid voedsel of mest die de voedseldoorstroming in de
darmen tegenhoudt. Een speciale vorm hiervan, de zandkoliek, ontstaat bij het
binnenkrijgen van te veel zand. Meestal is deze vorm van koliek het gevolg van
te weinig beweging en/of het eten van graswortels in een kaal weiland.
3. Koliek als gevolg van een kronkel of een slag in de darm. Dat de darm
zichzelf afsnoert, is alleen te verhelpen met een operatie. Helaas loopt zo'n
operatie lang niet altijd goed af.
Slokdarmverstopping
Bij een slokdarmverstopping is er sprake van een verstopping ergens tussen de
keel en de darm. De oorzaak hiervan kan een stuk ingeslikte appel, vastgekoekte
zemelen of het eten van droge bietenpulp zijn. Met speeksel zet dit voedsel
enorm uit waardoor er een verstopping ontstaat. Het paard heeft het benauwd en
hoest regelmatig. Ook loopt een soort braaksel uit de neus en de mond van het
paard. Het is heel belangrijk dat een dierenarts de slokdarm direct weer
vrijmaakt.